Sjoerd klimt berg - Reisverslag uit Lima, Peru van Sjoerd Belkum - WaarBenJij.nu Sjoerd klimt berg - Reisverslag uit Lima, Peru van Sjoerd Belkum - WaarBenJij.nu

Sjoerd klimt berg

Door: Sjoerd van Belkum

Blijf op de hoogte en volg Sjoerd

07 Februari 2008 | Peru, Lima

Mijn Canadese reisgenoot hield van Iquitos. Hij was hier net op het juiste moment, hij raakte ´the sweetspot´. Kijk om je heen! Het was nacht en stukken koeler; alle mensen kwamen naar buiten. Kijk om je heen! Al die kinderen; zou je dat in Canada of Europa zien, rond dít tijdstip? Als om zijn woorden kracht bij te zetten kwam er een klein meisje bij ons staan. Dat kwam vaker voor, ´no biggie´. Ze maakte twee gebaren. Ik had wat gedronken: een lekkere fles wijn en een halve liter bier. Misschien zag ik het niet goed. Ja, haar gebaren. Een hand naar haar mond en langs haar keel. Alsjeblieft, geef me wat eten of ik ga dood. Al die kinderen...

In een maand kun je veel doen; wat ik niet zo veel heb gedaan is achter een pc gaan zitten om te mailen of stukjes te schrijven. Dan maar meteen in één keer mijn ´zwanenzang´; daar ik vanavond en de avond daarop een goede tijdsbesteding heb kunnen vinden: in een vliegtuig zitten. Niet voor mijn lol, maar om terug te vliegen naar Amsterdam. Zaterdagochtend, acht uur, sta ik weer met bijna benen op Nederlandse bodem. Maar voordat ik digitale tranen uitbarst daarover, hoogtepunten van de afgelopen 4 weken.

Ik was in Arequipa en wou naar Iquitos; voor eenieder die de topografie van Peru niet in zijn hoofd heeft: Arequipa is ongeveer uiterst Zuid-West en Iquitos is min of meer uiterst Noord-Oost. Van Middelburg naar Groningen, zeg maar, maar dan in een land ik-heb-geen-idee-hoeveel-keer groter. Maar 16 uur bus, een halve dag Lima en 2 uur vliegtuig bracht ons, John, Ryan -beide Canadees- en ik, waar we wilden zijn: Iquitos, jungle, gezellig gelegen aan de langste rivier ter aarde: de Amazona. Warm, vochtig en vol met vliegend grut met maar één doel in hun leven: ons bloed. We besteedden anderhalve zweterige dag op jungle-lodge-jacht, zodat we op een mooie ochtend opstonden, onze beperkte bagage op onze ruggen slingerden en een dun, lang bootje in stapten. We voeren een rivier op en we kwamen terecht in een mengeling van Eernewoude en het Snekermeer in een hele warme zomer. Ofwel, een ongelovelijk mooi gebied: water en land gaat ongemerkt in elkaar over, de grens soms benadrukt door dichte struiken, maar vaker verborgen door waterplanten, die een mooi weideveldje simuleren. Hier mochten we 3 dagen in een ´jungle-lodge´ rondspelen, wat we met veel plezier deden. Met machetes en rubberlaarzen het woud in, slingerend aan lianen en in bomen klimmend -nee, dat is serieus géén grapje; we gingen echt Tarzan spelen-, in kano´s kreken af peddelen in stromende regen, op bezoek bij lokale stammen -waar we vervolgens heel gezellig mee mochten dansen; sommige heren hadden zelf het geluk met twee dames te dansen; één aan elke hand-, ´s avonds op aligotor-spot-jacht in een kleine kano waar we met zijn 8en net boven de waterlijn zaten en natuurlijk een duik in de rivier, een zijtak van de immense amazona. Waarna we de volgende ochtend op dezelfde plek gingen vissen. Voor piranha´s.
Maar naar vijf dagen jungle wist ik het eigenlijk wel; het was warm en vochtig, en échte jungle was zelf hier, in het midden van de jungle, ver te zoeken; het was veilig en gemakkelijk voor toeristen. Leuk voor een aantal dagen, maar er was meer te zien in Peru. Even overwoog ik nog om per boot in vier dagen terug te gaan naar de bewoonde wereld, maar uiteindelijk koos ik voor de gemakken van deze tijd. Per vliegtuig vloog ik terug naar Lima, waar ik op de bus stapte. Bestemming: Huaraz. Meer mijn gebied: 3000 meter s.n.d.m. -sobre nivel del mar; boven zeeniveau-; de Andes in zijn volle glorie; en daar zou ik even van genieten.

En genieten deed ik.

Ik heb het vast al´s eerder gezegd: al reis je alleen, je bent nooit alleen. Met dat in gedachte stapte ik de bus uit, maar ik kwam verrekte weinig mensen tegen. En wie ik tegenkwam, zou in een aantal dagen al weer weggaan. Niet geschikt voor mijn eigenlijke doel hier: meerdaagse bergtochten maken. En mijn ervaring in Arequipa had geleerd dat dat prima zonder gids kon -ow nee, dat was nu juist niet de les; maar het was nog altijd wel goedkoper...-, dus touroperators wou ik niet te bezoeken voor georganiseerde trektochten. De meeste touroperators waren sowieso dicht, net als veel ´gringo-cafés. Weinig mogelijkheden tot het ontmoeten van mensen, medereizigers, dus. Wie gaat dan ook in een regenseizoen naar een berggebied, dan is dit ook te verwachten...
Toch wist ik, ergens in een café, met hele goede koffie, wat zodoende mijn tweede huis werd daar, twee mensen enthousiast te krijgen. Met een beetje overredingskracht zelfs zo enthousiast dat ik mezelf op een morgen om iets voor zessen buiten mijn hostal vond, leunend op mijn rugzak, gevuld met eten en warme kleren, bijna langer en zwaarder dan mezelf. Een taxi bracht ons -Virendra uit Canada en Petar uit Bulgarije- naar de busstop van de ´colectivo´s´ -kleine busjes voor lokaal vervoer. Op elkaars en op Peruaanse schoten hobbelden we de weg af, naar een plekje waar we van colectivo wisselden -en snel iets van ontbijt naar binnen werkten, waarna we een weg op hobbelden, de bergen in.
Halverwege de 3 uur durende rit mochten we er even uit, om een grote vrachtwagen los te krijgen. We krikten de vrachtwagen op, legden stenen onder de banden, duwden en trokken, legden meer stenen rond de banden, verstikten in de zwarte roetwolken, duwden en trokken wat meer, juigden bij aankomst van meer minibusjes vol mensen en kregen zodoende uiteindelijk de vrachtwagen los. Waarna we er voorbij reden -5 centimeter speling tussen ons busje en de vrachtwagen, 5 centimeter speling tussen de banden en de afgrond.
Zo rond het middaguur wurmden we ons het busje uit, deden rek en strek oefeningen en renden als een stel jonge honden de heuvel af, het dorpje uit. Verschrikten de families die op de velden stonden te zaaien, oogsten of wieden -de jongsten met een waakzaam oog op het vuur, waar vandaags eten stond te pruttelen-, kwamen langs geisoleerde huizen, waar vrouwen in kleurige gewaden zaten te spinnen, en sprongen over touwen, die de verbintenis vormden tussen een boom en een varkenspoot -en de rest van het varken, natuurlijk; de beestjes leefden. Nog.
Zo begonnen we de Santa Cruz trek, in mijn geliefde reisgidsje speciaal door een eerder reisgenootje aangemerkt. ´Stunning´, was er geschreven. En overweldigend was het. We liepen drie dagen, door twee valleien. De weg steed geleidelijk, was soms vlak. Na 3 uur kwma ik bij de tent van Virendra, die al de tijd stukken voor Petar en mij uit was blijven lopen. Ik zette mijn eigen gehuurde tentje op, at snel met Virendra een snel klaargemaakt potje eten en luisterde naar zijn klimverhalen. Hij mocht dan wel 55 zijn, zijn ogen glinsterden bij zijn eigen herinneringen aan de himalaya en zijn -reële- plannen voor een Everest beklimming. Ik was in goede handen. We wachtten 3 uur meer, op Petar, die ver achter ons liep en het toen al zwaar had. We sliepen met de zon.
De routine van de bergen; opstaan, inpakken of wachten op droog materiaal, eten, water koken, echt inpakken -dan maar geen droge tent- en op weg. Virendra was snel weg, Petar volgde en ik propte het laatste in mijn rugzak en was Petar binnen 10 minuten voorbij. Omhoog, de pas over. Ik heb beide wandelgenootjes niet weer gezien, de gehle tocht.
De weg omhoog voerde me langs de boomsgrens, de kale rotsen in. De pas was lang onduidelijk, mijn rugzak zwaar. Soms schoven de wolken uiteen, kwam er zicht op grote, witte sneeuwtoppen en ijsvelden. Niet zo mooi als het eerste moment van die ochtend toen ik mijn hoofd de tent uit stak, echter, toen het helemaal helder was en een gebergte, wit als een engels, zichtbaar was, en ons lokte. Maar het was een kale pas, die we over moesten, en die een harde strijd eiste. Alleen de wind was in mijn voordeel en blies me in de rug, goed bedekt door mijn rugzak. Mijn armen bleven naakt en onbeschermd, echter, en verkrampt in de lussen van mijn rugzak. Stap voor stap, rust, stap voor stap kwam ik boven, in een verhullend moment. De wolken kropen naar me toe. Mijn jas bracht geen warmte, mijn hart bleef koud door een gebrek aan uitzicht. Maar de weg voerde naar beneden en bracht enige verlichting. De paar seconden dat de wolken zich als een toneelgordijn openden, een meer, een koud, witbe-ijst gebergte en een diepe, lange vallei toonden, die paar seconden gaven me motivatie. Door gingen we, de pas af. Het was een nieuwe strijd; nu met de berg mee maar met de wind tegen; en de wind bracht een vriend: water, regen! Maar geen hagel op blote armen, als daarvoor.
Ik gaf toe, twee uur na de pas, zes uur na het begin. Een kampplek, dichtibj een groep, maar zonder mijn eigen groepje, zonder gasbrander dus ook. Met brood, noten en rozijnen, een dik boek en een paar slokken water kroop ik in mijn slaapzak. Alleen, met geen idee waar Virendra en Petar waren. Sokken die ik al twee dragen droeg, een shirt waar het koud zweet uitriekte, een reddingsdeken voor extra warmte. Het gaf allemaal net genoeg warmte om me half-comfortabel de nacht door te helpen. Soms werd ik wakker, hoorde de regen. Met daglicht ritste ik de tent open. De vallei was lang, niet breed. Toch zag ik niets dan grijs; wolken, geen rotswand. En de rotswand was niet ver weg.
Ik werd uiteindelijk echt wakker, stond op. Op een mix van noten, rozijn en kokos liep ik iets terug. Geen tent, geen wandelmaten, geen brander. Met een karig ontbijt, iets meer dan een halve liter water en een natte tent ging ik weer op pad. Ik liep in hoog tempo, wou de vallei iut. De vele watervallen deden grote gletsjers vermoeden, maar ik zag niets dan twee bijna loodrechte wanten, toppen in de owlken, een grijze deken. Ik hield mijn tempo vol, bergafwaarts. Een groep voorbij, een vlakte over. De vlakte; een paar paarden. Het witte paard tussen al het grijs keek me diep aan; nee, ik wist ook niet wat ik daar deed! De vlakte werd een moeras, maar hoe dieper het water werd, hoe langer mijn sprongen, hoe meer ik jubelde. Ik landde soms meer dan enkeldiep, ging in een rechte lijn en kwam toch met droge voeten op het drogen. Ik kuste mijn waterdichte schoenen, wenste ze een lang leven toe, knuffelde ze kort. Moeilijke opgave, daar ik ze gedurende die liefkozing aanhield.
Ronduit vrolijk kwam ik bij een beekje aan, helder en schoon, met de bron hoog voben me: veilig drinkwater. Ik was dorstig, gooid emijn rugzak neer, graafde er twee flesjes uit, vulde ze, dronk ze leeg, vulde ze weer. Pakte mijn derde flesje, liet het in mijn enthousiasme weg glippen, de rivier in. Erachteraan, stroomafwaarts. Met een ferme duik greep ik mis, greep ik nogmaals, raak. Ik draaide me om en zag mijn rugzak in de rivier. Mijn camera nog net boven water, de rest erin. Telefoon, beurs. Een doorweekte rugzak zette ik op de kant, het water stroomde er van alle kanten uit. Ik had tenminste genoeg drinkwater nu.
Het pad voerde verder de vallei door. De wolken verhulden de meer gletsjers. Ik liet me over het pat meevoeren, liep langs meren, kolkende rivieren. Soms werd het pad zelfs een klein meertje, een kolkend riviertje. Maar ik liep door.
Langzaam kregen de vogels gezelschap van mensen, koeien en honden -onduidelijk wie wie voortdreef-. Er kwamen zelfs huizen, een weilandje. De bewoonde wereld naderde. Het lopen ging nog steeds neerwaarts, maar werd er niet minder van.
Het duurde nog wel even voordaat ik echt bij het einde van de vallei was, een klein plekje naderde. Ik trof meteen een auto die me voor een kleine vergoeding wel een lift naar een iets groter plekje wou geven. Een leraar van de basisschool, hij had vakantie. De weg door de bergen naar beneden was prachtig. Was hing in struiken en cactussen te drogen, mensen aan het werk. Voor ons opende zich een gigantisch dal, achter ons sloot een bergrug zich, de vallei niets meer dan een hele scherpe ¨V¨, hoog boven alles. Was ik daar uitgekomen?

Anderhalve dag ging voorbij, om bij te komen en weer iets meer toerist te spelen, voordat ik hoorde van mijn wandelmaten. Ook Virendra en Petar waren veilig en wel teruggekomen, maar wel een dag na mij. Wat was er ook al weer over een les in Arequipa over niet te lopen met een gids? Ik had dit toch ook weer overleeft?
De zondag daarna trof ik in een bruisende carnavaloptocht beide wandelmaten weer aan. Verwijten waren er niet, alleen gemaakte keuzes, over onze splitsing. Vandaar dat ik zonder moeite een volgende uitnodiging accepteerde; er ging nog een maandag voorbereidingen overheen, maar dinsdagochtend om 4 uur trok ik mijn schoenen aan, bereidwillig om grenzen te verleggen; hoogtegrenzen.

Tijd voor een stukje tijdwinst, hier, en ouderwets knippen en plakken. Het verslag van mijn klimmaat Virendra, die me bijna naar een top van 5600 bracht. 100 hoogtemeters voor de top stopte ik ermee; zonder touwen -en, eerlijk is eerlijk, ervaring- een steile klif op, waar een fout een val van 1000+ meter zou betekenen; dat zag ik niet zitten. Hier wat we deden -en ik ben ´stew´, mijn naam blijft moeilijk- :
stew and i decided to go to vallunaraju. it is rainy season here so it was imperative to get to 5k meters quickly. better snowed on than rained on!! we left huaraz at 4am and after a 20 min cab ride started walking. is was cloudy but rainless... we moved well and got from 3000m to 5000m in 6hrs... we set up camp next to the glacier.went to bed early and the next day woke at 5am to find clear skies!!
we got out a little late ..6h30. we started up the iced up slopes with no problems. stew was doing excellent for his first time on crampons.years of sailing will teach you balance i guess...we moved well and got to the summit cone in about 3-4 hrs.we took great pics on a great day!! we could see huaraz all clouded up but up here it was sun and fun!! the summit ridge has changed a lot since 4years ago and is now much more difficult.deep snow on a 40% slope way up above the valley floor! stew wisely declined...i carefully made my way up the delicate first part. an avalanche block test revealed a potential layer so i stayed right on the ridge , where it was icier..after about 100m i got to the summit ridge and followed it to the top.i returned quickly as stew was waiting at the beach.(well, close to it.) i eyed the second summit and asked stew if he would wait. i raced up/down in 20 min!!
we started down and encountered the dreaded conditions i feared our late start would garantee only in the last 1/2 hr!! we started sinking to our knees on every step. i used a sidesliding four legged technique perfected on deep NE snow...
a great climb in great company.
Terug te vinden op http://cascadeclimbers.com/forum/ubbthreads.php/ubb/showflat/Number/766662#Post766662 ; zeker de moeite waard om even te kijken; er staan hele mooie foto´s bij!
Over geweldige ervaringen gesproken! Alhoewel het ontzettend zwaar was -op 5500 m huppel je niet zomaar meer een berghellinkje op-, was het ongelovelijk mooi om te doen. Ik vertel graag uitgebreider met foto´s, maar daar wacht ik maar even mee tot na mijn terugkeer.

Ik verliet Huaraz een dag na ons bergtripje, richting de kust. Laatste week, meer dan 5 maanden hard gewerkt -ehm...-, ik had mijn rust aan zee wel verdiend. Een paar dagen pendelen in Huachaco tussen kust, hangmat in hostal en goed eten op een balkon met zicht op strand en zee gaf me knalrode torso en -op dit moment- afbladderende huidlaagjes. Maar het was voor de verandering ook wel lekker. Dagen van nietsdoen aan de kust brachten me dagen van nietsdoen in Lima, waar ik anderhalve dag geleden aankwam. Rondgelopen, en eindelijk, eindelijk een vriendin van een vriendin ontmoet, die ik eigenlijk 5 maanden geleden al eens zou treffen. Gezellig gegeten in een stuk niet-toeristisch, maar rijk Lima. Vanochtend pakte ik met een brok in mijn keel voor de laatste keer mijn rugzak in, checkte ik uit in het hostal en liep de straat op; verdwaasd om me heen kijkend. Mijn tijd hier, lieve kijkbuisvrienden, loopt ten einde.


Al tijden loop ik rond met een gedachte, zelfs een lijst, in mijn hoofd. Wat zal ik hier níet missen? Soms ontzettend geïrriteerd door vanalles, zag ik deze lijst wel groeien. Maar de lijst groeide niet, hij werd korter. Ik zal meer en meer wel missen. Okay, sommige muziek, de altijd toeterende auto´s, de inherente vervuiling van dezelfde auto´s en de suïcidale levensinstelling bij het oversteken van de straat, dát zal ik niet missen.
Maar daar houdt het bij op.
In vijf en een halve maand heb ik mijn hart en ziel hier in Latijns Amerika verloren, hervonden en weer verloren. Ik ben bang dat er stukken van beide zullen blijven hangen. Een heerlijke hutspot van ongelovelijke mooie natuur en een ontzettend rijke natuur, mensen die zo ontzettend geïnteresseerd, vriendelijk en vol vertrouwen zijn. Een leeftempo zo ontzettend veel lager, een leven waar minder waarde naar alles gaat wat minder waarde behoeft te hebben, waar datgene belangrijk is dat er echt toe doet. Okay, veel abstracter zal ik niet kunnen zijn, maar niet alles is in woorden te vatten.

Het reizen zelf is heerlijk, geeft een ongelovelijke vrijheid en geeft een ontzettend zelfvertrouwen en relativerend vermogen. En de lessen die je leert: de was, bijvoorbeeld. De was, die kun je naar een lavanderia brengen, een wasserette. Het komt netjes gevouwen terug, en schoon. Maar het kan ook gestolen worden. Dat wil je niet. Dus ga je zelf aan de gang: wastafeltje vol laten lopen, waspoeder erin, was erin. Wringen, te drogen hangen. Dit kost tijd, tijd die je niet kan besteden aan het bezoeken van oude ruïnes, exotische slangen, plaatselijke cafés. Dat wil je niet. Uithangen in de zon en een zacht briesje, daar wordt alle was, hoe vies ook, vanzelf schoner van. Beter: een week in je rugzak laten zitten; komt er vanzelf schoon uit, de volgende keer dat je dat shirt nodig hebt.
Het leven wordt simpeler.

Ik heb nog vijf uur, voor ik na het vliegveld ga. Er is een StarBucks hier, dat kennen we thuis niet, dus ik mag daar gaan zitten. Volkskrant erbij, want je kunt hier op straat alle kranten kopen. Je kan hier alles kopen, eigenlijk, kleren, auto´s, land, huis, boom, beest. Ik kom eens terug, zonder zware rugzak; die valt hier wel te vullen. Maar nu wil ik een Nederlandse krant. Want het is wat ambivalent; je wilt niet weg, maar ook wel terug zijn. Misschien dat ik nog iets langer kan blijv... nee, zaterdagochtend, 9 feb, 8 u, sta ik weer op Nederlande bodem.

Dus.

Wie komt er foto´s kijken..?



  • 07 Februari 2008 - 21:16

    Sybe&Truus:

    Dit wie it moaiste fan alle ferhalen Sjoerd.
    We zullen je verhalen gaan missen; maar ook in Groningen kun je vast ook tot belangrijke levensinzichten komen.Ook die willen we graag steeds van je horen.Fijn dat je weer in de buurt bent!
    Oan't sneintomidzje. Al is hjir gjin Amazone-rivier (of 't moast de Boarn wêze), wetter genôch sa as't wist en - as't noch moat [lavanderia] - mei de klean deryn!

    Sybe&Truus

  • 08 Februari 2008 - 09:22

    Miek:

    Voor zover ik Fries begrijp, ben ik het wel helemaal met Sybe&Truus eens: dit is echt een geweldig verhaal! :) Ben blij dat het je laatste is op waarbenjij.nu, de rest hoor ik natuurlijk graag wanneer je weer in Grunn bent!! :) En of ik spijt van die uitspraak krijg... Hmm ik denk het wel, want "live" verhalen zijn vaak nog interessanter dan het te moeten lezen... Maar goed, ik wacht vol spanning op je foto's en alle mooie verhalen. Geef maar een gil wanneer jij de tijd hebt om die allemaal aan mij te vertellen/te laten zien. Ik heb -zoals gewoonlijk- weer eens tijd te over, aangezien ik pas de 14e april mag beginnen met masterfase deel 1...
    Goeie reis en tot snel!!

  • 08 Februari 2008 - 09:26

    Leny:

    Hallo Sjoerd,
    Wat een indrukwekkende verhalen. Nu is er een eind gekomen aan je "wereldreis" Gelukkig weer veilig in Nederland. Geniet van alles om je heen en ik hoop in de toekomst nog eens van je te horen. Dank je voor het beeldende verslag.
    Groetjes Leny Spelt

  • 08 Februari 2008 - 12:41

    Nielsj:

    Zo Stew, het laatste deel van je novelle? ik heb erg genoten van het verhaal dat je deze keer uiteenzette. Ik ben zeer zeker benieuwd naar de foto's die gemaakt zijn. En natuurlijk naar alle verhalen die je niet op papier/blog kwijt kon.
    Ik hoop dat je een goede terugreis zult hebben, waar je de nodige rust en tijd zult krijgen om al je ervaringen en reisplekken te herleven.
    Ik zie er naar uit om je terug te zien.

    -niels

  • 08 Februari 2008 - 16:16

    Moniek:

    Hey Sjoerd,

    Wat een supermooie reis heb je door Zuid-Amerika gemaakt! Het zal wel weer wennen zijn in het koude kikkerlandje na meer dan 5 maanden. Je hebt vast veel heel veel mooie foto's, ben benieuwd! Mijn volgende reisje staat ook al gepland, 6 weekjes Noord-Amerika (dus wordt n heeeel andere reis!) :)
    Fijn weekend vast (in Nederland ;) ).

    Groetjes Moniek.

  • 23 Februari 2008 - 20:42

    Stephanie:

    Ah Sjoerd... ben er ff stil van! Wat een verhaal! SLIK!
    Ik kom een xtje foto's kijken! Wat was ik graag in Huaraz gaan wandelen! Wel behoorlijk off-season idd. Hoe heette je favo tent, geloof dat ik weet welke je bedoelt!
    Take care!

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Peru, Lima

Mijn eerste reis

Recente Reisverslagen:

07 Februari 2008

Sjoerd klimt berg

09 Januari 2008

Sjoerd in de wolken

24 December 2007

Over droogte en warmte

13 December 2007

Sjoerd danst de tango

01 December 2007

Tweede helft rondje Ecuador
Sjoerd

Actief sinds 21 Dec. 2006
Verslag gelezen: 3833
Totaal aantal bezoekers 18815

Voorgaande reizen:

23 Augustus 2007 - 09 Februari 2008

Mijn eerste reis

Landen bezocht: